GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag

Gebed op de dag des Heren

14DE ZONDAG DOOR HET JAAR Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 6 juli

14DE ZONDAG DOOR HET JAAR


Eerste Lezing

Jesaja 66,10-14

Verheug u, samen met Jeruzalem,
en juich om haar, u allen die haar liefhebben.
Jubel met haar van blijdschap,
u allen die om haar treuren.
U mag zuigen en u verzadigen
aan haar borsten vol van troost,
u mag met volle teugen drinken
van haar volle moederborst.
‘Want', zo spreekt de Heer,
‘Ik laat vrede naar haar toestromen als een rivier,
en de roem van de volken als een beek
die buiten zijn oevers treedt.
Haar zuigelingen worden op de heup gedragen
en op de knieën vertroeteld.
Zoals een moeder haar kind troost,
zo zal Ik u troosten:
in Jeruzalem zult u getroost worden.
Zielsblij zult u het aanschouwen,
en uw gebeente zal ontluiken als het groen.
De hand van de Heer zal zich openbaren aan zijn dienaren,
maar zijn woede zal over zijn vijanden komen.

Psalmgezang

Psalm 66

Jubelt voor God, alle landen der aarde.

Jubelt voor God, alle landen der aarde,
bezingt de heerlijkheid van zijn Naam.
Brengt Hem uw hulde en zegt tot uw God:
Verbijsterend zijn al uw daden.

Heel de aarde moet U aanbidden,
bezingen uw heilige Naam.
Komt en aanschouwt wat God heeft verricht,
ontstellende daden onder de mensen.

Hij maakte de zee tot een droge vallei,
zij gingen te voet door de bedding.
Laten wij juichen van vreugde
om Hem die eeuwig regeert door zijn macht.

Komt dan, godvrezenden, luistert naar mij,
ik zal u verhalen wat Hij mij gedaan heeft.
God zij geprezen, Hij wees mij niet af,
onthield mij niet zijn erbarmen.

Tweede Lezing

Galaten 6,14-18

Wat mij betreft: ik denk er niet aan mij op iets anders te beroemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld gekruisigd ben. Het gaat niet om besnijdenis of onbesnedenheid, maar om de nieuwe schepping. Laat vrede en barmhartigheid komen over allen die naar dit beginsel leven, en over het Israël van God! Laat voortaan niemand het mij lastig maken, want ik draag de merktekens van Jezus in mijn lichaam. Broeders en zusters, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest. Amen.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 10,1-12.17-20

Hierna wees de Heer nog tweeënzeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf nog komen zou. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand. Als je bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: “Vrede aan dit huis.” Woont daar een vredelievend mens, dan zal jullie vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die naar jullie terugkeren. Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere. Als je in een stad komt waar men je ontvangt, eet dan wat men je voorzet. Genees er de zieken en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God is nu dichtbij u gekomen.” Maar als je in een stad komt waar men je niet ontvangt, ga daar de straat op en zeg: “Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten zit, mag u houden – wij vegen het af. Maar weet wel, het koninkrijk van God is dichtbij.” Ik zeg jullie: voor Sodom zal het op die dag draaglijker zijn dan voor zo'n stad. De tweeënzeventig kwamen opgetogen terug. ‘Heer,' zeiden ze, ‘zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam.' Hij zei tegen hen: ‘Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen. Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren. Toch moeten jullie je niet verheugen omdat de geesten zich aan jullie onderwerpen; nee, verheug je omdat jullie namen staan opgetekend in de hemel.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

Jezus is aan zijn reis naar Jeruzalem begonnen. Hij wil dat de mensen die Hij onderweg ontmoet voorbereid worden om zijn prediking te aanvaarden. Vandaar de zending van 72 leerlingen naar de steden en dorpen van Galilea. Het getal 72 is symbolisch: het was het getal van de volkeren der aarde. De betekenis is duidelijk: na het kleine Galilea heeft Jezus alle volkeren van de aarde voor ogen. Hij wil dat iedereen het evangelie kan ontvangen en gered kan worden. Hij wil dat de verkondiging van het evangelie iedereen bereikt; niemand mag worden uitgesloten. Deze verleiding is vandaag bijzonder relevant: veel mensen, ook gelovigen, zijn geneigd om zich in zichzelf terug te trekken, om zich binnen hun eigen grenzen op te sluiten. Jezus daarentegen nodigt ons uit om onze blik op te richten: "De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst".
De menigten van vandaag zijn bang, gedesoriënteerd, bedroefd en hebben te lijden onder geweld en conflicten, onder pandemieën en de ontwrichting van de schepping. In die zin zouden we kunnen zeggen dat iedereen zit te wachten op die tweeënzeventig leerlingen die twee aan twee overal heen gaan. Wij zouden kunnen denken dat dat er weinig zijn vergeleken met het onmetelijke aantal vragen. Maar dat is een bedrieglijke verleiding. Voor de Heer volstaan twee leerlingen, als ze de huizen en steden maar bezoeken en hun groet van vrede brengen. Hun kracht ligt niet in menselijke strategieën, maar in het evangelie van de liefde. Jezus geeft hun die kracht, ondanks hun schijnbare zwakheid: "Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven". Het kan moeilijk lijken voor een lam om het leven van een wolf te veranderen; het kan moeilijk lijken voor de liefde om de angsten, de hoogmoed en het geweld te overwinnen die in het hart van zovelen heersen. Maar het evangelie is de enige kracht van de leerlingen. Dat ondervinden de christenen die vandaag het slachtoffer zijn van vervolging. Het getuigenis van een van hen, pater Jacques Mourad, een Syrische monnik die gevangen is genomen door de IS, is prachtig. Hij getuigt dat "oorlog zelfs de beste mensen in beesten verandert", in wolven zouden we kunnen zeggen. Maar hij voegt er ook aan toe: "Ik heb mijn beulen zien veranderen. Ik zag hun hart opengaan [...] Mededogen en gebed voor onze vijanden kunnen de wereld redden van de barbaarsheid waarin zij vervalt". Pater Jacques behoort tot die lammeren die louter door de kracht van het evangelie de wolven verslaan. Het is de enige kracht die de wereld verandert. Wij allen en ieder op zijn manier zijn getuigen van de wonderen van het evangelie van de liefde en wij kunnen ons de vreugde van die tweeënzeventig eigen maken: "Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam". En Jezus herhaalt ook tot ons: "Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen". Het is het wonder van de liefde voor de armen die de muur van onverschilligheid doet instorten en die banden van vriendschap smeedt. Het is de vreugde van hen die geholpen worden die groeit. Het is een uitnodiging om ons te verheugen, omdat deze band van liefde ervoor zorgt dat onze namen in de hemel zijn opgetekend.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.