GEBED IEDERE DAG

Gebed op de vigilie
Woord van god elke dag

Gebed op de vigilie

Gedachtenis van de heilige Ireneüs, bisschop van Lyon en martelaar (+ 202). Uit Anatolië ging hij naar Gallië om het evangelie te prediken. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de vigilie
Zaterdag 28 juni

Gedachtenis van de heilige Ireneüs, bisschop van Lyon en martelaar (+ 202). Uit Anatolië ging hij naar Gallië om het evangelie te prediken.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Iedereen die leeft en in Mij gelooft
zal in eeuwigheid niet sterven.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Genesis 18,1-15

Eens verscheen de Heer aan Abraham bij de eik van Mamre, toen Abraham op het heetst van de dag bij de ingang van zijn tent zat. Hij sloeg zijn ogen op en zag plotseling drie mannen voor zich staan. Meteen liep hij van de ingang van zijn tent naar hen toe; hij boog diep en zei: ‘Indien ik genade heb gevonden in uw ogen, mijn heer, ga dan niet aan uw dienaar voorbij. Ik zal water laten halen; was uw voeten en rust hier onder de boom. Nu u bij uw dienaar bent zal ik een stuk brood voor u halen om u te sterken voor uw verdere reis.' Ze zeiden: ‘Doe dat. Heel graag.' Abraham ging haastig de tent in naar Sara en zei: ‘Neem gauw drie schepel fijn meel, kneed het en bak er koeken van.' Daarna liep Abraham naar de kudde, zocht een lekker mals kalf uit en gaf het aan zijn knecht om het snel toe te bereiden. Toen bracht hij hun wrongel en melk, en het kalf dat hij had laten toebereiden, en zette hun dat alles voor; terwijl zij aten bleef hij bij hen staan, onder de boom. Toen vroegen ze hem: ‘Waar is Sara, uw vrouw?' Hij antwoordde: ‘Daar, in de tent.' Toen zei Hij: ‘Het volgend jaar, rond deze tijd, kom Ik bij u terug, en dan zal Sara, uw vrouw, een zoon hebben.' Sara stond te luisteren bij de ingang van de tent, achter hem. Nu waren Abraham en Sara oud en bejaard, en Sara ging het niet meer naar de wijze van de vrouwen. Daarom moest Sara bij zichzelf lachen, want zij dacht: ‘Zal ik nog liefde genieten, nu ik oud ben, en ook mijn heer al oud is?' Maar de Heer zei tegen Abraham: ‘Waarom lacht Sara en vraagt zij zich af: “Zou ik op mijn leeftijd werkelijk nog een kind krijgen?” Is er voor de Heer dan iets te moeilijk? Over een jaar, precies op deze tijd, kom Ik bij u terug, en dan zal Sara een zoon hebben.' Toen zei Sara: ‘Ik heb niet gelachen', want zij was bang geworden. Maar Hij zei: ‘Jawel, u hebt gelachen!'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Als je gelooft,
zal je Gods heerlijkheid zien, zo spreekt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De ontmoeting tussen Abraham en de drie pelgrims vindt plaats op een tijdstip dat niet het meest geschikte moment lijkt te zijn, op het heetst van de dag. Abraham bevindt zich in Hebron, meer bepaald het eikenbos van Mamre, een heiligdom dat later wijd en zijd bekendheid kreeg. Abraham zit bij de ingang van zijn tent, een eindje van de weg af. Abraham ziet de bezoekers niet aankomen, maar zodra hij hen in de gaten krijgt, gaat hij hun tegemoet. Het kunnen vijanden zijn of kooplieden die tot alles bereid zijn, zoals die die Jozef zullen kopen en hem als slaaf naar Egypte zullen slepen (Gn 37). Abraham is echter niet bang, hij staat op en gaat hun tegemoet; hij beschouwt hun komst als een genade. Sommigen zeggen dat het goddelijke altijd bij verrassing verschijnt, en daarom biedt hij hun het beste aan wat hij op dat moment en in die omstandigheden aan een gast kan geven. In die drie vreemdelingen is de Heer zelf aanwezig, zoals de tekst van de Bijbel zelf zegt en zoals de oude icoon van de Drie-eenheid in die drie pelgrims de Vader, de Zoon en de heilige Geest ziet. Het bezoek draagt ook een belofte van leven in zich voor een man die zijn onzekerheid en angst niet verbergt, maar die, in tegenstelling tot Sara, op God vertrouwt. Wie zijn hart met vreugde openstelt voor allen, ook voor de vreemdeling, ontmoet God en ontvangt zijn belofte van leven. De brief aan de Hebreeën, die deze Bijbelse bladzijde hervertelt, geeft als aanbeveling: "Vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald " (Heb 13, 2).

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.

WOORD VAN GOD ELKE DAG: DE KALENDER