GEBED IEDERE DAG

Gebed op de dag des Heren
Woord van god elke dag

Gebed op de dag des Heren

21STE ZONDAG DOOR HET JAAR
Feest van de apostel Bartolomeüs van Kana in Galilea. Zijn lichaam wordt bewaard in de basiliek van St.-Bartolomeüs op het Tibereiland in Rome, die gedenkplaats is geworden van de martelaren van onze tijd. Gedachtenis van Jerry Essan Masslo, Zuid-Afrikaanse vluchteling die in Italië door de Gemeenschap van Sant'Egidio werd opgevangen; hij werd door criminelen vermoord in 1989. Met hem gedenken we alle vluchtelingen.
Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed op de dag des Heren
Zondag 24 augustus

21STE ZONDAG DOOR HET JAAR
Feest van de apostel Bartolomeüs van Kana in Galilea. Zijn lichaam wordt bewaard in de basiliek van St.-Bartolomeüs op het Tibereiland in Rome, die gedenkplaats is geworden van de martelaren van onze tijd. Gedachtenis van Jerry Essan Masslo, Zuid-Afrikaanse vluchteling die in Italië door de Gemeenschap van Sant'Egidio werd opgevangen; hij werd door criminelen vermoord in 1989. Met hem gedenken we alle vluchtelingen.


Eerste Lezing

Jesaja 66,18-21

Maar Ik kom om alle volken en talen te verzamelen; zij zullen komen en mijn glorie zien.
Ik geef hun een teken, en hun overlevenden zend Ik naar de volken, naar Tarsis, Put, Lud, Mesek, Ros, Tubal en Jawan, naar de verre eilanden, die mijn roem nog niet hebben gehoord en mijn heerlijkheid nog niet hebben gezien; zij zullen mijn heerlijkheid onder de volken verkondigen.
Dan brengen zij al uw broeders uit de volken mee, als een offer voor de Heer, op paarden, wagens, huifkarren, muildieren en draagstoelen, naar mijn heilige berg Jeruzalem, zoals Israëls zonen in reine vaten hun gaven naar het huis van de Heer brengen', zegt de Heer.
‘En ook uit hen zal Ik priesters en Levieten kiezen', zegt de Heer.

Psalmgezang

Psalm 117

Gaat uit over de hele wereld
en verkondigt het evangelie aan heel de schepping.

Looft nu de Heer, alle naties der aarde,
huldigt de Heer, alle volken rondom;

Omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft;
de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.

Tweede Lezing

Hebreeën 12,5-7.11-13

Bent u het schriftwoord al vergeten dat u als kinderen aanspreekt en u bemoedigt: Kind, minacht de terechtwijzing van de Heer niet, laat je door zijn straf niet ontmoedigen.
Want de Heer wijst hen terecht die Hij liefheeft,
Hij straft ieder die Hij als zijn kind erkent.
U moet het verdragen, het draagt bij tot uw opvoeding; God behandelt u als kinderen. Ieder kind wordt wel eens door zijn vader gestraft. Tucht is nooit prettig, op het moment zelf is er meer verdriet dan blijdschap; maar op de lange termijn levert ze voor degenen die zich door haar lieten vormen, de vrucht op van vrede en gerechtigheid. Daarom, hef de slappe handen op, strek de wankele knieën, laat uw voeten rechte wegen gaan; het kreupele lichaamsdeel mag niet ontwricht worden, maar moet genezen.

Evangelie

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Lucas 13,22-30

Hij trok verder door steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf, onderweg naar Jeruzalem.
Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn het er maar weinig die gered worden?' Hij zei tegen de mensen: ‘Doe wat u kunt om door de nauwe deur binnen te komen, want Ik verzeker u, velen zullen proberen binnen te komen, maar er niet in slagen. Vanaf het moment dat de heer des huizes is opgestaan en de deur heeft afgesloten, zult u buiten moeten blijven. U zult op de deur gaan bonzen en roepen: “Heer, doe open”, en Hij zal u antwoorden: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan?” Dan zult u zeggen: “We hebben met U gegeten en gedronken, en in onze straten hebt U onderricht gegeven.” En Hij zal tegen u zeggen: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan? Ga weg allemaal, bedrijvers van onrecht die u bent!” Dat zal een gejammer zijn en een tandengeknars, als u Abraham en Isaak en Jakob en alle profeten in het koninkrijk van God zult zien, terwijl u eruit gegooid wordt. Dan zullen ze komen van oost en west, van noord en zuid, en aan tafel gaan in het koninkrijk van God. Let op, laatsten zullen eersten zijn, en eersten zullen laatsten zijn.'

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gisteren ben ik met Christus begraven,
vandaag verrijs ik met U die verrezen zijt.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Homilie

De liturgie van deze zondag opent met een visioen van verlossing: "Ik kom", zegt de Heer, "om alle volken en talen te verzamelen; zij zullen komen en mijn glorie zien". God houdt zijn heilsplan om één familie te maken van alle volkeren van de aarde niet verborgen. In het evangelie van deze zondag krijgt Jezus de vraag: "Heer, zijn het er maar weinig die gered worden?". Die opvatting was gebaseerd op de overtuiging dat het voldoende was tot het uitverkoren volk te behoren om deel te hebben aan het toekomstige koninkrijk. Deze vraag lijkt er echter op te wijzen dat het niet voldoende is om tot het uitverkoren volk te behoren om redding te verkrijgen. Jezus is het daarmee eens, maar gaat verder. Hij antwoordt niet rechtstreeks aan de vraagsteller, maar richt zich tot allen met de woorden: "Doe wat u kunt om door de nauwe deur binnen te komen, want Ik verzeker u, velen zullen proberen binnen te komen, maar er niet in slagen". Jezus bedoelt met het beeld van de deur dat het dringend en noodzakelijk is om volgens het evangelie te leven. Wij weten het uit ervaring: de deur van het egoïsme is breed. De brief aan de Hebreeën herinnert ons daarom terecht aan de vermaning. Ja, de vermaning van ons hart, van ons gedrag. En de deur is het evangelie. Wie het evangelie met zijn hart aanneemt, wordt gesnoeid. Zoals de Brief aan de Hebreeën schrijft: "Tucht is nooit prettig, op het moment zelf is er meer verdriet dan blijdschap; maar op de lange termijn levert ze voor degenen die zich door haar lieten vormen, de vrucht op van vrede en gerechtigheid". En die vrucht zal de plaats binnengaan die door de Heer is bereid: "Dan zullen ze komen van oost en west, van noord en zuid, en aan tafel gaan in het koninkrijk van God".

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.